Frans Heuts 1941 - 2020 Frans Heuts, geboren in Sittard op 05-05-1941 en overleden op 04-09-2020 was vooral bekend vanwege zijn politieke activiteiten. Frans Heuts was de zoon van Wil Heuts, Vorst Marot van 1950 tot 1968. Hij studeerde rechten in Utrecht en ging in de advocatuur. Het kantoor bestaat nog steeds onder de naam Douffet-Heuts advocaten. Hij woonde in Sittard maar hield zich in die tijd niet bezig met de politiek. Hij was ook geen lid van een politieke partij. In 1966 sprak hij vaak met zijn vader over de lokale politiek en leerde, dankzij het netwerk van zijn vader, wie het in Sittard zoal voor het zeggen hadden en wat er speelde in de gemeente. In de KVP rommelde het al een tijdje. Jo Simons, Koos Martens en Ton Schellen benaderden Frans om samen een nieuwe partij op te richten. Het was 1970 en zo kreeg de partij de naam “Sittard 70”. Frans kreeg meteen een tweede plaats op de lijst. Schellen bleek een stemmentrekker en zo kwam de nieuwe partij op 3 juni meteen met 6 raadsleden in de gemeenteraad. Dat waren Frans Heuts, Huub Corsten, Ton Schellen, Jan Dijkema, Rosie Cals-Heijnen en Zef L’Ortye. Deze laatste twee stapten echter op 27 augustus van ditzelfde jaar over naar de concurrent “Groot Sittard”, een partij die al met 12 zetels in de raad vertegenwoordigd was. “Groot Sittard” was opgericht door Sjeer Schrijen. Ook zij hadden net als “Sittard 70” met name raadsleden bij de KVP weten over te halen naar deze nieuwe partij zoals Sjra Houtakkers, Ad Pfennings, Lambert Nijsten en Thei Schmeits jr. Frans Heuts vertelt in het interview, dat Mia Könings-Collombon in 2010 afgenomen heeft, dat “Sittard 70” een partij was met vernieuwende ideeën. Men vond dat er weinig gebeurde in Sittard en het was dus tijd voor iets nieuws. Dassen was burgemeester en er waren 4 wethouders: Sjeer Schrijen, Sjra Houtakkers sr, Bèr Durlingeren en Schmeits sr. uit Broeksittard. “Sittard 70” zat in de oppositie. De taken werden verdeeld en Heuts kreeg ruimtelijke ordening toebedeeld. Het oude stadhuis was al afgebroken in 1966 en men vergaderde in de noodgebouwen aan de Odasingel die dienstdeden als tijdelijk stadhuis. Een paar keer per jaar maakte men gebruik van een zaal in het Bisschoppelijk College. Daarna verhuisde men naar de Kennedysingel, naar het politiebureau. In de eerste periode 1970 – 1974 moest er natuurlijk een nieuw stadhuis komen. Bij de provincie leefde de gedachten om Sittard en Geleen samen te voegen en dat betekende dat de gemeente geen toestemming kreeg van de provincie om een nieuw gemeentehuis te bouwen. Samen met burgemeester Dassen werd er naar een oplossing gezocht waarbij er in ieder geval een gebouw voor de ambtenaren gerealiseerd zou kunnen worden. Dat zou dan geen Stadhuis maar een Stadskantoor zijn. Aanvankelijk zou dat gebouw geen eigendom zijn van de gemeente maar gehuurd worden van Muyris, de firma die dit stadskantoor gebouwd heeft in eigendom. Maar al vrij vlug werd er een ander constructie gevonden waardoor de gemeente het Stadskantoor kocht van de firma Muyris en zodoende werd het stadskantoor alsnog gemeentehuis, zij het met volgens Heuts, een armzalige raadszaal. Bij de verkiezingen van 1974 verloor “Sittard 70 “en ging van 6 naar 4 zetels hetgeen ze zelf zeer onrechtvaardig vonden omdat ze zich zo hadden ingezet voor vernieuwing. Ze slaagden er wel in om samen met andere partijen een coalitie te vormen en ondanks het feit dat ze slechts 4 zetels hadden mocht de partij twee wethouders leveren. Frans werd wethouder samen met Jo Simons. Weer vier jaar later, in 1978, waren er zowel verkiezingen voor de provincie als voor de gemeente. Het CDA was opgericht en men vroeg Heuts om zich kandidaat te stellen voor het CDA, zowel bij de provincie alsook voor de gemeente. Heuts kreeg veel stemmen. Het CDA vormde samen met “Sittard 70” een nieuwe coalitie. Wethouder was een parttimebaan in die tijd. Daarnaast was Heuts parttime advocaat. Daarbij had hij ook nog zitting in de provinciale staten. Dat laatste heeft hij maar anderhalf jaar volgehouden. Frans Heuts maakte ook de fusie mee in 1982 toen Munstergeleen en de gemeente Limbricht samen met Sittard als éen gemeente verder gingen. Hij had alleen maar goede herinneringen aan de samenvoeging met colleges van Munstergeleen en Limbricht. Vooral het CDA profiteerde want de partij werd versterkt met de CDA-raadsleden uit Munstergeleen en Limbricht. Hij herinnerde zich in het bijzonder Bertha Wagemans van Limbricht, een vrouw om rekening mee te houden. Het CDA meende haar op onverkiesbare plaats te zetten maar daar nam Bertha geen genoegen mee. In 2010 kijkt Frans terug op de periode waarin hij politiek actief was en ziet duidelijk het verschil met de situatie in 2010 en zegt daar het volgende over: “Het is nu allemaal grootschaliger en er is meer bureaucratie. Er werken nu veel meer ambtenaren en dat betekent dat alles over veel meer schijven gaat en er veel meer parafen gezet moeten worden voor aleer iets in behandeling genomen kan worden. Van de ene kant is natuurlijk zorgvuldigheid vereist maar aan de andere kant gaat dit wel ten koste van de slagvaardigheid. Dat vond ik eigenlijk wel ‘t grote verschil met de jaren 70. Als wij vonden dat iets belangrijk was dan hoefden we daar niet lang over te vergaderen maar we konden gewoon als college zeggen: “wij gaan deze richting in en maken er meteen werk van.” Als we dan gaande het project iets tegenkwamen dat niet goed doordacht was dan konden we dat alsnog bijsturen. Eigenlijk heb ik daar vooral de beste herinneringen aan; zeker na de periode Dassen en tijdens het bestuur van burgemeester Tonnaer. Hij kwam in 1975 en wilde dat er actie ondernomen werd. Je kunt het vergelijken met nu (2010) maar in het begin jaren 70 was ´t nog erger. Toen was er nog geen ABC (AH, Blokken en C&A) en lag er daar een grote open ruimte. De bouw van een nieuw gemeentehuis was ook zoiets waar maar geen beslissing over genomen werd. Tussen 1974 en zolang ik ‘t heb mee gemaakt tot 1986, is er eigenlijk van alles gerealiseerd zoals o.a de start van de grote stadsuitbreiding met de wijk Kemperkoul. Dus ‘t verschil tussen vroeger en nu is heel groot en ik constateer ook dat een wethouder er nu meer tijd aan moet besteden dan ik vroeger, omdat er veel meer overleg nodig is en er zoveel bij komt kijken. Volgens mij is het ook terecht dat het nu een fulltime functie is. Ook als er geen herindeling had plaats gevonden zou het wethouderschap toch een dagtaak zijn want er zijn meer taken bij de gemeente terecht gekomen zoals onderwijs en ook op sociaal gebied. Vroeger was de gemeente vaak alleen de uitvoerder van taken maar later zijn die taken uit gebreid dus komt er veel meer bij kijken.” Aldus Frans Heuts over zijn politieke loopbaan in Sittard. Met dank aan Mia Könings-Collombon voor het interview
Frans Heuts 1941 - 2020
« Van burgerwacht, veldwachter en politie Harry Kusters 1935-2021 »