Philips Sittard 1946-2009

Gepubliceerd op 4 november 2021 om 21:22

 

 

Philips Sittard In Sittard, tussen de Rijksweg Noord, Dr. A. Philipsstraat en Nusterweg, daar waar nu het oranje van Boels Verhuur de boventoon voert lag een vestiging van Philips, een bloeiend bedrijf dat werkgelegenheid bood aan vele duizenden medewerkers. Bij Philips Sittard werden 60 jaar lang onderdelen gefabriceerd voor televisies, radio’s en scheerapparaten en het bedrijf werd daarmee een van de grootste werkgevers in onze regio. Direct na de tweede wereldoorlog wilde Philips Eindhoven gaan uitbreiden. De concurrentie van Duitse zijde was tijdelijk uitgeschakeld. Philips startte met experimentele televisie en op 17 maart 1950 werd het eerst televisieprogramma uitgezonden. Daarnaast was er grote markt voor radiobuizen. Veel werk was handwerk dat vooral door vrouwen gedaan werd. In Eindhoven was gebrek aan ruimte maar vooral aan vrouwelijk personeel. Limburg lag op redelijke afstand van Eindhoven. Bovendien was bereikbaarheid een belangrijke voorwaarde. Bij de keuze ging het uiteindelijk tussen Heerlen en Sittard. Het werd Sittard omdat Sittard dichter bij Eindhoven lag, geen last zou hebben van mijnschade en vooral omdat Sittard beschikte over een burgemeester die er alles aan deed om nieuwe industrieën naar zijn stad te halen. Burgemeester Coenders besefte dat mijnbouwindustrie te eenzijdig was en bovendien alleen werk bood aan mannen. Er was echter nog één groot probleem te overwinnen en dat was het werven van vrouwelijke arbeidskrachten. De katholieke kerk wenste vrouwen uit het arbeidersmilieu vooral actief te zien in de huishouding en verzorging. Deze banen moesten meisjes voorbereiden op hun toekomstige taak als echtgenote. Bovendien had de kerk ernstige bezwaren tegen het feit dat deze meisjes zouden werken in een fabriek zonder katholieke signatuur. Het toeval wilde echter dat de dochter van burgemeester Lène Dresen-Coenders onderzoek had gedaan naar het welzijn van fabrieksmeisjes voor haar doctoraalscriptie “De primitieve puberteitsvorm van het fabrieksmeisje”. Zij maakte het inzetten van meisjes voor fabrieksarbeid maatschappelijk aanvaardbaar door er voor te zorgen dat er naast de arbeid in de fabriek een goede begeleiding gegarandeerd was. Vanuit het huishoudonderwijs werden nieuwe onderwijsvormen ontwikkeld, speciaal afgestemd op jeugdige fabrieksarbeiders. In 1956 kwam er voor de meisjes de Mater Amabilisschool met middag- en avondonderwijs en voor de jongens was er de Levensschool. Een dag per week, gedurende 8 uur kregen de leerlingen onderricht in theorie, handenarbeid, sport, gymnastiek enz. terwijl hun loon doorbetaald werd. Op deze wijze gesteund slaagde Coenders erin om de vooroordelen te overwinnen en werd Philips in de eerste helft van haar bestaan een bedrijf waar vooral vrouwen werkte. Er werd een fabriek gepland voor de fabricage van radiobuizen met arbeid voor 800 vrouwelijke medewerkers. Gestart werd in 1946 alvast met een montageatelier in het klooster bij de paters van het H. Hart in Leijenbroek. Het klooster had tijdens de oorlog dienstgedaan als Duitse school en was de oorlog niet schadevrij doorgekomen. Dankzij een oorlogsschadeclaim en steun van de gemeente vond restauratie plaats, zodat Philips met een minimum aan kosten, zijnde f 23.500 aan verbouwing en inrichting, het atelier kon opstarten. Dat geschiedde onder de leiding van de Amsterdammer Ben Koolhaas, een gewezen stuurman op de grote vaart, die toevallig verzeild raakte bij Philips. Koolhaas was een man met veel organisatietalent, tact en gemeenschapsgevoel en hij was dan ook de aangewezen persoon om hier in Sittard te starten met een montageatelier, het begin van 60 jaar Philips in onze stad. Hij begon met drie mannen en vier meisjes en zou het bedrijf laten uitgroeien tot een volwaardige fabriek, die bij zijn afscheid in 1968 2200 werknemers telde. De top lag in 1964 met ruim 3.200 medewerkers waarvan de vrouwen met 70% de meerderheid vormden. Koolhaas, zelf niet katholiek, toonde veel respect voor religie en geestelijkheid. Op 14 augustus 1946 werd het bedrijf aan de Leijenbroekerweg ingezegend door deken Haenraets in aanwezigheid van dominee Coolsma. Samen smeekten ze Gods zegen en bescherming af voor de medewerkers van dit bedrijf. Na een brief van de geestelijkheid waarin gewezen werd op de morele gevaren voor de arbeidersjeugd kwam er, dankzij bemiddeling van burgemeester Coenders, werd er een aalmoezenier van sociale werken aangesteld, Feiter. Een van de vele beschermende maatregels was het speciaal vervoer voor vrouwen. Vrouwen werden met bussen van en naar het werk vervoerd. In deze bussen mochten enkel vrouwen plaatsnemen en was op de chauffeur na voor mannen strikt verboden. Het bedrijf moest meteen in 1946 ook al op zoek naar uitbreiding. Aan de Rijksweg Noord stond nog een lege tricotagefabriek. Deze fabriek was gebouwd door de Duitser Merz die in Sittard de basis had gelegd voor de tricotage industrie. Vanwege de Duitse eigenaar werd het bedrijf na de oorlog geconfisqueerd. Coenders wist dit bedrijf over te nemen. Merz trachtte na de oorlog zijn eigendom terug te krijgen maar zijn verzoek werd afgewezen en zo beschikte Sittard over een fabrieksruimte met een oppervlakte van 2000 m2 en werd het Koolhaas mogelijk gemaakt om Philips Sittard te laten groeien tot een groot bedrijf. Bij zijn afscheid in de grote zaal van de Schouwburg werd Koolhaas niet alleen als fabrieksdirecteur, maar ook als actief verenigingsman belicht. Hij was president van de Philharmonie en bekleedde bestuursfuncties bij de Sociale Werkplaats, de HEAO, de MTS, het Ziekenhuis Sittard. Koolhaas vond het belangrijk dat zijn bedrijf geworteld was in deze stad. Hij vond het ook van groot belang dat Philips betrokken was bij het onderwijs in de regio en zorgde ervoor dat in de schoolbesturen Philips vertegenwoordigd was. Onderwijs had grote prioriteit bij Philips. Het bedrijf beschikte over interne opleidingen maar verlangde van de medewerkerkers ook dat zij steeds bijscholing bleven volgen. Voor de kinderen van Philips medewerkers bestond het Philips-Van der Willigenfonds. Dit fonds verleende een bijdrage in de studiekosten aan universiteiten, hogescholen en scholen voor middelbaar beroepsonderwijs, zonder dat er de verplichting tegenover stond om bij het bedrijf te komen werken, hoewel een baan bij Philips veel zekerheid bood. Voorwaarde was wel dat men ieder jaar moest kunnen aantonen dat men voldoende studiepunten had gehaald anders verviel de bijdrage. Philips was meer dan alleen maar een fabriek die werk verschafte. Philips was als een soort familie waar je bij hoorde. Philips zorgde voor woningen en naar gelang de rang op de fabriek werden mensen gehuisvest in bepaalde wijken. Soms was dat niet altijd een voordeel. Had je minder leuke collega´s op het werk dan zag je diezelfde collega´s na het werk ook weer in je buurt. In de jaren 50 was er de jaarlijkse bloesemtocht. Tientallen bussen trokken in een lange slinger door het Limburgse land. Feesten werden samen gevierd. Er was altijd veel aandacht voor de jubilarissen en ook aan de kinderen werd gedacht. Voor hen was er ieder jaar weer het Sinterklaasfeest met prachtige cadeaus. Voor de gepensioneerden werden er volkstuinen beschikbaar gesteld van 100m2 of 200m2. Jaarlijks werd de eerste opbrengst aangeboden aan de directeur. Daarnaast kregen ze de mogelijkheid om een eigen verenigingsgebouw “ Het Span” neer te zetten aan de Molenweg in Sittard voorzien minigolfbaan en tennisbanen waar tennisclub “ Electron” gebruik van maakt. Philips Sittard heeft veel betekend voor de stad en de omgeving en produceerde tijdens deze 60 jaar onderdelen voor beeldbuizen en monitoren en displays. Er werden ooit ook halfgeleiders vervaardigd. Er werkten in 1975 nog 2150 werknemers, daarna daalde het aantal werknemers. Zelfstandig onder de naam LPD (LG Philips Displays) ging het verder maar de vraag naar onderdelen voor beeldbuizen stortte in en in mei 2009 ging het bedrijf, waar toen nog 65 mensen werkten, failliet, waarmee de laatste Philips-vestiging in Nederlands-Limburg verdween. Bron: J.G.L. Theunisse “ Philips Sittard”

 

 

Tien jaar Philips Sittard Het Limburgs Dagblad 23-06-1956

Bouwer van bedrijf: B. Koolhaas ALS IEMAND mij tien jaar geleden gezegd zou hebben dat dit bedrijf zo n vlucht zou nemen, dan zou ik hem gezegd hebben: Dat bestaat niet! En nu wij dan die tweemaal vijf jaar in Sittard werken, mag ik wel getuigen: Het is bijna vanzelf gegaan. Wij hebben hier in Limburg zulk een goedwillende en tot samenwerking bereide bevolking gevonden, dat in plaats van de 800 geplande personeelsleden er nu 1 875 bij ons werken. Dat zegt u in alle oprechtheid de heer B. Koolhaas, directeur van het Sittardse Philipsbedrijf, dat vandaag feestelijk zijn tienjarig bestaan in de stad van de Lamaekers gedenkt. En natuurlijk tegelijk een nieuwe fabriekshal opent, hetgeen symbolisch mag heten voor de voorspoedige groei van Philips, Sittard. De heer B. Koolhaas is een royale vijftiger, die iets meer van de wereld heeft gezien dan alleen de binnenkant van een radiobuizenfabriek en die wellicht daarom zo uitstekend met zijn mensen kan opschieten. Als negentienjarige jongeman had et diploma van de zeevaartschool in zijn zak en voer hij als derde stuurman over de wereldzeeën. Maar na vijf jaar — hij was inmiddels eerste stuur geworden — had hij genoeg van dertig dagen Hamburg, twee weken Antwerpen en soms twee dagen Amsterdam met daartussenin maandenlang op zee. Hij hing zijn stuurman uniform aan de kapstok en trad in dienst van Philips, toen nog een jong maar reeds vermaard bedrijf. In die tijd was het kleine Eindhovense fabriekje van rode baksteen nog in gebruik, wel niet meer als lampenfabriek maar toch nog als onderdeel van een veel groter geheel. Koolhaas' talent om leiding te geven aan mensen en zijn wiskundige studies van de zeevaartschool kwamen hem te pas. Zij vergemakkelijkten de aanpassing aan een geheel nieuwe wereld. Sittard NAUWELIJKS begon na de oorlog Philips Eindhoven weer op volle toeren te draaien of men wist dat een deel van de arbeidsmarkt daar in Oost-Brabant toch wel krap was. Radiobuizen maken is namelijk echt meisjeswerk. Je moet er fijne vingers voor hebben, iets van dat gevoel voor het kleine, fragiele spel van de arbeid. En zo kwam het dat de heer Koolhaas op 'n koude februari-dag in 1946 te Sittard aankwam om in de sleutelstad van het zuiden om te zien naar nieuwe mogelijkheden. Beslist was er toen nog niets, maar dat duurde niet lang. Op 24 juni 1946 begonnen de heer Koolhaas, twee bazen, één onderbaas, een paar controleurs en vier Sittardse meisjes in Leyenbroek te werken. Philips Sittard stak van wal. En de heer Koolhaas moet het gevoel hebben gehad ditmaal wel op een zeer klein scheepje zee te hebben gekozen. Maar in september en oktober 1946 nam het jonge bedrijfje 25 meisjes per week aan en het jaarsaldo sloot met een personeelssterkte van 212 mensen. En binnen een jaar daarna had Dr. A. Philips de eerste steen gelegd van het forse complex fabriekshallen, dat er vandaag staat en morgen weer wordt uitgebreid. Opleiding GEMAKKELIJK is het eigenlijk toch ook weer niet gegaan. Dat ontdekt gij wel als de heer Koolhaas u wat vertelt over de beginmoeilijkheden met de opleiding. Eerst was er maar zo'n schooltje, waarin de meisjes en de onderbazen 't vak geleerd kregen. Maar dat schooltje is met veel moeite, met veel denkarbeid en veel research uitgegroeid tot een echte vakopleiding. Nu krijgen de nieuwe meisjes drie weken les in de opleiding en van meet af aan wordt er geleerd tempo en kwaliteit te leveren. Niemand, zo zegt de heer Koolhaas, wordt bij ons aan het verkeerde werk gezet. Wij hebben onze test en wij hebben onze opleiding en daarna weten wij wel voor welk werk het meisje het meest geschikt is. Niemand behoeft bij ons ongelukkig te zijn. Neurose gevallen kennen wij niet. Er is niemand die zegt dat hij er gek van wordt en bovendien zijn de menselijke verhoudingen in het bedrijf bij ons nog altijd de allerbelangrijkste voorwaarde voor een ongestoorde en rustige productie. Je werkt namelijk niet met machines, je werkt met mensen en dus zijn de mensen het belangrijkst. Verhoudingen DE MENSELIJKE verhoudingen spelen ook in het Sittardse Philipsbedrijf een uiterst belangrijke rol. De heer Koolhaas was daar trouwens op voorbereid. Hij heeft vanaf het begin rekening gehouden met de specifieke eigenaardigheden van ons gewest, met de eigen kleur en 't eigen karakter van onze mensen, met de wensen en verlangens die er op het menselijke vlak konden bestaan. Daarom was er bijvoorbeeld vanaf de aanvang het speciale busvervoer. Op tijd thuis en op tijd in het bedrijf was het parool van de heer Koolhaas. En dat “op tijd thuis" vond hij beslist minstens even belangrijk als het tweede punt. Daarom ook heeft hij vanaf het begin ernaar gestreefd zoveel mogelijk mensen uit het eigen gewest te werk te stellen. En hierin is Philips Sittard buitengewoon geslaagd. Alleen de vakspecialisten worden nog uit Eindhoven betrokken, maar overigens is Philips Sittard 'n Limburgs bedrijf. Het onderbazencorps bestaat voor 100 % uit Limburgers,v an de bazen zijn er 80% uit ons gewest, de assistenten zijn voor 60 % Limburgers, terwijl zelfs bij de afdelingschefs op het ogenblik 30 man op de 100 Limburgers zijn. En als gij de heer Koolhaas vraagt of het moeilijk was zulke gunstige verhoudingen te bereiken in zulke korte tijd, dan zegt hij dat dit niet het geval was. Het werken met de Limburgers is hem letterlijk 100 % meegevallen. Kwadraat meters IN LEYENBROEK werd tien jaar geleden begonnen met 'n vloeroppervlak van 1000 m2 . De groei van het bedrijf kunt gij aflezen uit de tegenwoordige oppervlakte van de fabrieken in Sittard. Dat zijn op het ogenblik 11.000 m 2. Vandaag komt daar de nieuwe hal bij van 7000 m2 en nog in aanbouw is een hal met een oppervlak van 3500 m2 . En ook daarna is het bedrijf nog voor uitbreiding vatbaar. En hoewel Philips Sittard natuurlijk als het ware zo tegen het grote Eindhovense bedrijf aangeschoven zou kunnen worden, heeft de Sittardse fabriek toch een geheel eigen kleur, een geheel eigen sfeer gekregen. En dat zal vandaag op het feest duidelijk zijn! Samenwerking EEN WONDER dus dat de heer Koolhaas tevreden mag zijn. Niet alleen overigens over zijn mensen, die met hem het bedrijf hebben opgebouwd. Zoiets is geen werk van een man alleen, zegt hij eenvoudig. Maar ook met de gemeentelijke autoriteiten van Sittard, ook met 't provinciale bestuur, ook met de geestelijkheid onderhoudt Philips Sittard de allerprettigste relaties. Het bedrijf heeft wortel geschoten in het Sittardse leven, in de Limburgse levenssfeer. En wanneer men na tien jaar industrie-opbouw iemand een compliment zou willen maken, dan kan men niets beters zeggen dan dat Philips Sittard erin geslaagd is „van ons" te worden. En daarbij heeft de heer Koolhaas een rol van betekenis gespeeld.

 

PHILIPSVESTIGING IN SITTARD: 15 JAAR Het Limburgs Dagblad 23-06-1961 SITTARD 22 juni

Bij gelegenheid van het 15 jarig bestaan van Philips Slttard, het eerste spreidingsbedrijf van Philips in Nederland, werd een speciale Philips Koerier uitgegeven voor de meer dan 3000 werknemers die dit bedrijf momenteel telt e n voor de vele andere belangstellenden. Deze koerier met een voorwoord van directeur B. Koolhaas, de stichter van dit eerste spreidingsbedrijf en van bedrijfsleider Ir. D. A. Pijselman en verlucht met tal van zeer mooie foto’s geeft een prachtig overzicht van de groei en ontwikkeling van Philips Sittard inde voorbije 15 jaar. In 1946 werd begonnen door Philips Sittard op zeer bescheiden schaal ineen gedeelte van klooster Leyenbroek aan de Heerlenerweg, door drie mannen en zeven meisjes met de montage van radiobuizen. Slechts moeizaam kwam het jonge bedrijf op gang, temeer daar het personeel geheel onwennig stond tegenover het werk en geheel geschoold moest worden. Dankzij de energieke leiding van directeur Koolhaas groeide het echter gestaag. In september en oktober van 1946 werden wekelijks 25 meisjes aangenomen, waardoor het aantal werknemers binnen de vijf maanden steeg tot meer dan 200. In maart 1947 werd tevens begonnen inde vroegere tricotagefabriek aan de Rijksweg Noord, terwijl dr. A. F. Philips op 20 juni van ditzelfde jaar de eerste steen legde voor de nieuwbouw, waarop 20 augustus 1948 de vlag gehesen kon worden. Het aantal personeelsleden was toen reeds de zevenhonderd gepasseerd. Op 31 december 1951 bedroeg het niet minder dan 1300 waarvan rond 900 meisjes. Geleidelijk aan ontwikkelde zich de fabricage van onderdelen. Er ontstond een glasbewerkingsindustrie, een kathode-fabricage en nikkelbuistrekkerij, terwijl later de fabricage van mica’s, getters en gloeidraden ter hand genomen werd. Uitbreiding op uitbreiding volgde. Zo werd in 1957 de vierde hal uitgebreid en voor het centrale magazijn en verrees de vijfde hal voor de bereiding van chemische preparaten terwijl er ook een laboratorium verscheen. In 1960 werd ook de transistor-fabricage ter hand genomen naast de metaalonderdelen fabricage. In augustus van dit jaar hoopt men het nieuwe magazijn in gebruik te nemen. Vanzelfsprekend nam het aantal werknemers met de groei en uitbouw toe en bedraagt nu reeds mees dan 3000. Dat Philips Sittard de algehele medewerking had van de gemeentelijke autoriteiten spreekt wel vanzelf. En de buizen, die door nijvere meisjeshanden uit ragfijne onderdelen worden samengevoegd, vinden hun bestemming over de gehele wereld. Philips, Sittard bestaat en leeft dankzij het vacuüm. Dit is immers een alles bepalend onderdeel van het product, de radiobuizen, want dezenmoeten niet alleen vacuüm gemaakt worden maar ook blijven. De mica afdeling maakt zoveel plaatjes per dag, dat als men ze op elkaar zou leggen een stapel zou ontstaan van tweemaal de domtoren van Utrecht. Op hun kant tegen elkaar gezet zou de jaarproductie een lengte van meer dan 50 km bedragen. In de afdeling Gloeidraden wordt zoveel draad verwerkt, dat men er in minder dan een jaar tweemaal de aardbol mee zou kunnen omspannen. Dat de vakman in dit hypermoderne bedrijf een zeer voorname rol speelt spreekt welhaast vanzelf evenals het feit dat Philips Sittard alles in het werk stelt om zijn mensen door industrie-cursussen vakkundig te bekwamen. De onderwijsmogelijkheden zijn zeer groot en van uiteenlopende aard. Als bijzonderheid vermeldt deze speciale Philips Koerier een jubileumprijsvraag waarin gevraagd wordt aan de hand vaneen aantal mooie foto’s of men zijn eigen streek kent, waarmee aardige prijzen te winnen zijn.